De natuur woekert traag en meedogenloos. Geduldig neemt ze de ruimte weer in die haar ooit ontfutseld is.
Langzaam, langzaam, ze heeft de tijd. Zaadjes vallen, kiemen en komen tot wasdom. Er groeit een boom in een toren, er bloeien vlinderstruiken op het asfalt, er wuiven grassen in kieren, er klauwen klimmers op muren, er kruipen mossen op stugge stenen. Zachtjesaan, zonder lawaai, volhardt de natuur. Uiteindelijk verdwijnen mensensporen.
Samen met fotograaf Jaap van den Berg zwierf ik een tijdje rond op verlaten terreinen waar de natuur het landschap weer terug claimt. Al filosoferend maakten we notities. Onze werken dragen elkaars echo.